Financieele Dagblad,
2023-06-08
2023-06-08, Financieele Dagblad

Hoe de 'Firma Grunberg' overeind blijft in een krimpende markt


Rob de Lange

Als een van de weinige Nederlandse schrijvers lukt het Arnon Grunberg om goed van zijn schrijverschap te leven en de ontlezing de baas te blijven. Het FD volgde de 52-jarige auteur enkele maanden om zijn verdienmodel te doorgronden en sprak ook met zijn medewerkers. 'Om het in FD-termen te zeggen: ik diversificeer mijn bezigheden.'

Het signeren na afloop duurt bijna net zo lang als het programma. Een lange rij bezoekers wacht in kerk annex cultuurpodium Domani in Venlo geduldig op een exclusief moment — en een selfie — met schrijver Arnon Grunberg.

De plaatselijke boekhandel heeft stapels boeken laten aanrukken — oude en nieuwe titels. In hoog tempo vliegen ze, gesigneerd en wel, over het provisorisch neergezette tafeltje. Sommige bewonderaars hebben een eigen exemplaar meegenomen, vaak zelfs meerdere, met het verzoek voor een persoonlijke noot op het titelblad.

Als de laatste fan is bediend schuift de Venlose boekhandelaar Grunberg nóg eens zo'n twintig boeken onder zijn neus. Met het oog op de verkoop graag vast even een handtekening.

'Gerard Reve zei altijd: “Ik heb een winkel.” Ik zie dat anders', legt Grunberg enkele maanden na zijn optreden in Venlo uit in een ruimte van het Ambassade Hotel in Amsterdam, de vaste stek voor al zijn ontmoetingen. 'Elke winkel moet af en toe uitverkoop houden, maar schrijvers kunnen alleen zichzelf in de uitverkoop doen. Als ik iets niet wil, is het dat.'

Grunberg is een multischrijver: romans, essays, recensies, columns, journalistieke reportages. Met zo'n 75 boektitels op zijn naam laat hij de meeste collega's ver achter zich. Van Simon Vestdijk, die 200 boeken naliet, werd gezegd dat hij sneller schreef dan God kon lezen. Grunberg (52) begint aardig in de buurt te komen. Bovendien is zijn werk in meer dan dertig talen verschenen.

Om de geschreven productie op gang te houden heeft hij zijn bestaan als schrijver zakelijk aangepakt.
Gouden tijd van de roman is voorbij

Een deel van de werkzaamheden besteedt hij uit, zoals de research, afspraken en contractbesprekingen, het beheer van de socialemediakanalen en het afhandelen van de lopende zaken in New York, waar hij de helft van de tijd woont.

'Ik vind het knap hoe hij het organiseert. Ik ken op dit moment geen schrijver die het hem nadoet', zegt Paul Sebes, literair agent namens zo'n 200 schrijvers maar niet van Grunberg. 'Hij zal er harder voor moeten werken dan vroeger. Bestsellers zijn niet meer de bestsellers van 20 à 25 jaar geleden. Toen ik begin jaren 90 begon, verkochten we al gauw 100.000 exemplaren van een roman, en 300.000 — soms zelfs meer — waren geen uitzondering. Die tijd is voorbij.'

Vic van de Reijt, de eerste uitgever van Grunberg, vult aan: 'Van zijn debuutroman Blauwe maandagen en van Tirza verkocht Arnon elk ruim 200.000 exemplaren. Dergelijke aantallen haalt niemand meer. Populaire Nederlandse romanschrijvers van nu mogen blij zijn met 40.000 of 50.000.'

Van de Reijt is een vriend en vertrouwenspersoon van Grunberg. Hij denkt dat de zakelijke aanpak in zijn karakter ligt: 'Hij wil geen tijd verspillen aan de banaliteiten van het dagelijkse leven. In New York had hij vanaf het begin al iemand die zijn boodschappen deed, en zelfs een tijdje een jongen die zijn kleren kocht. Hij kookt ook niet zelf, maar gaat uit eten. Alles om maar zo veel mogelijk tijd te hebben om te schrijven. Hij staat permanent aan en is buitengewoon gedisciplineerd. Het is zijn tweede natuur. Beter gezegd: zijn eerste natuur. Zodra hij wakker wordt denkt hij aan schrijven.' Leve de service-economie

Zijn modus operandi is een bewuste keuze. Grunberg: 'De service-economie in New York sprak me meteen aan toen ik daar in 1995 neerstreek. Als ik $60 per uur verdien en iemand kan inhuren voor $20 voor de dingen waar ik geen zin in heb, dan levert me dat in principe iets op. Gemak maakt het leven lichter.'

Meerdere mensen zijn voor hem aan het werk, maar een echte werkgever wil hij zich niet noemen. Team Grunberg bestaat uit vijf personen en is een hechte groep. 'Ik beschouw ze min of meer als vrienden. In de hoogtijdagen hadden we ook bedrijfsuitjes. Dan gingen we een paar dagen naar Italië of Zwitserland.'

Anna van Diest (33) is een van hen. Zij werkt zo'n twintig uur per week als freelancer voor de auteur en deed onder andere het voorbereidende werk voor het deze week verschenen boek De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood over de asielproblematiek in Europa. 'Arnon is de leukste baas die ik ken', zegt ze. 'Altijd nieuwe interessante thema's en veel ruimte voor humor. Ik heb er nog een baan naast, maar het werk bij Arnon geef ik nooit op.'

Ralf de Jong (32) verzorgt een paar uur per week de sociale media, naast zijn baan bij de gemeente Gouda. 'Via Instagram zag ik een advertentie dat Arnon een assistent zocht. Ik reageerde en had binnen een uur een antwoord vanuit New York. Arnon houdt van mooie taal, ik ook. Het is heel leuk om een pakkende zin uit een essay te halen en te gebruiken. Heel wat anders dan de ambtelijke taal waar ik ook mee werk.'

Contractbesprekingen en agendabeheer in Nederland worden verzorgd door Anabel van Toledo (30), afgelopen woensdag afgestudeerd als filosoof. Ze doet haar werk in zo'n zestien uur. 'Ik had Arnon benaderd om ons te helpen protesteren bij een ontslag op de universiteit. Het werd een ongedwongen gesprek waarin hij vertelde nog iemand te zoeken.' Wat voormalig fotomodel Van Toledo vooral bevalt is de 'persoonlijke en ontspannen' sfeer. 'Er wordt veel gelachen.'

Het succes van Grunberg als schrijver liet even op zich wachten. Nadat hij van het Vossius Gymnasium was gestuurd omdat hij twee keer was blijven zitten, begon hij een uitgeverij. Het werd een fiasco en de schuld liep op tot circa €45.000. Na de hit Blauwe maandagen, zijn debuutroman uit 1994, organiseerde hij een bijeenkomst in het Amsterdamse hotel Okura. Alle schuldeisers kregen een enveloppe met geld. 'Beetje om te plagen. Niet iedereen vond dat even leuk', herinnert Grunberg zich grinnikend.

De ondernemende geest bleef. 'Het uitbannen van risico's is geen leven. Ik heb altijd het vertrouwen dat er iets nieuws komt. Ik heb ook geen arbeidsongeschiktheidsverzekering meer. Peperduur. Ik vond het weggegooid geld.'

Keuzes in het leven, benadrukt Grunberg, maakt hij 'uit nieuwsgierigheid, niet uit economische noodzaak'. 'Ik schaak op verschillende manieren met de werkelijkheid. De stelling op het bord kan radicaal veranderen en verplicht je andere zetten te doen. Dat is ook mijn fascinatie voor Amerika: de hardheid van het land en tegelijkertijd de flexibiliteit.'

De eerste jaren in de Verenigde Staten waren geen vetpot: 'Ik leefde in het begin op creditcards, net als veel andere Amerikanen doen. Ik heb er zelfs een boek over geschreven.' Heel anders dan in Nederland, vindt hij. 'Verwendheid is een moeilijk woord, maar ik vind wel dat Nederlanders op veel dingen recht denken te hebben, met een volstrekte vanzelfsprekendheid.'

Grunberg betaalt belasting in de VS, heeft een Amerikaanse bankrekening en heeft de Amerikaanse nationaliteit aangevraagd. Pensioen opbouwen doet hij niet of nauwelijks. Hij heeft goed gespaard, vertelt hij, maar moet wel steeds vaker 'even interen' op zijn buffer.
Gedoemd tot bijverdienen

Leven van de pen is door de eeuwen heen slechts voor een enkeling in Nederland weggelegd geweest. De meeste schrijvers hebben er noodgedwongen een baan bij als leraar of journalist of zijn ondernemer. Elsschot had bijvoorbeeld een reclamebureau en Bordewijk was advocaat. De grote drie, Mulisch, Reve en Hermans, lukte het lange tijd wel. Maar zelfs iemand als Jan Wolkers kreeg het niet voor elkaar.

De Nederlandse roman heeft het zwaar. In 2022 werden weliswaar 43,2 miljoen boeken verkocht, 0,4% meer dan een jaar eerder en voor het derde jaar op rij een stijging, maar in het historische piekjaar in 2008 waren het er ruim 50 miljoen. De recente stijging is vooral toe te schrijven aan het zogeheten anderstalige (in het Nederlands vertaalde) boek, inmiddels een op de vijf verkochte boeken.

In de top 100 van 2022 staan veel managementboeken in de categorie 'succes is een keuze', en bijvoorbeeld ook de Zeven zussen-serie van de Ierse Lucinda Riley (psychologische romans). Geen enkele Nederlandse romancier haalde de top 10. In de voorlopige top 100 van dit jaar staat maar één Nederlandse romanschrijver: Ilja Leonard Pfeijffer met zijn nieuwe historische roman Alkibiades.

De opsomming maakt weinig indruk op Grunberg: 'Zolang ik leef is de roman in crisis. En daarvoor net zo goed. Veel grote schrijvers hebben in enorme armoede geleefd. Dostojevski schreef feuilletons voor de krant. Hij kreeg per woord betaald en schreef er daarom weleens te veel.' De prijs van een dubbelleven

De roman heeft steeds meer concurrentie gekregen, weet hij. 'Door de streamingdiensten, door de mobiele telefoon, noem maar op. In het algemeen zijn de verkoopcijfers van bestsellers gehalveerd. Als je het schrijven puur als een economische bezigheid ziet, dan is de roman voor veel schrijvers en uitgevers in crisis.'

Het brengt hem niet uit koers: 'Misschien is het wel van wezenlijker belang dat je goed gelezen wordt door tien mensen op wie je invloed hebt en die zelf ook enige invloed hebben dan dat je 100.000 exemplaren verkoopt. Hoewel dat natuurlijk voor je portemonnee wel aardig is, maar geld is nooit mijn hoogste waarde geweest. Dan was ik wel bij Morgan Stanley als investment banker gaan werken. Daar ben ik slim genoeg voor en ik weet wat die mensen verdienen.'

Blijft hij New York en Amsterdam (op stand in Oud-Zuid) de komende jaren afwisselen? 'Ik vraag me soms wel af hoe duurzaam dat is, niet wat betreft milieu maar in de tijd. We zullen zien hoe het gaat. Het hangt ook af van mijn vriendin (schrijver en columnist Niña Weijers, red.). We hebben een zoontje. Ik wil graag dat hij ook Amerikaan wordt. Misschien willen we bij wijze van spreken een jaar in Berlijn wonen. De mens is tenslotte ooit begonnen als nomade.'

Het 'dubbelleven' in Amsterdam en New York is een dure aangelegenheid, geeft Grunberg toe: 'Ik schat dat ik idealiter zo'n €200.000 per jaar moet verdienen.' Is dat vol te houden met teruglopende boekverkopen? Lachend: 'Om het in FD-termen te zeggen: ik diversificeer mijn bezigheden. Net zoals muzikanten meer zijn gaan optreden toen de cd-verkoop instortte.' Volle agenda

Zijn agenda is zeer uiteenlopend en bomvol, net als de zalen waar hij verschijnt. In Utrecht debatteert hij over de rol van de boekenrecensent. In Amsterdam interviewt hij regisseur Quentin Tarantino, in Gouda gaat hij in gesprek met de Duitse schrijfster Katrin Himmler, de achternicht van nazikopstuk Heinrich Himmler, over het boek waarin zij haar familiegeschiedenis beschrijft. Met cabaretier Theo Maassen logeert hij een nacht bij Raven van Dorst voor het tv-programma Boerderij van Dorst.

De breedte van zijn aandachtsgebieden maakt van Grunberg een soort modern orakel. Over van alles en nog wat wil het publiek zijn mening horen. De dag na de Provinciale Statenverkiezingen waar de BBB een monsterzege boekte duidt hij de uitslag: ‘Verdeeldheid hoort bij de democratie’, doceert hij. ‘Doe daar niet te apocalyptisch over. De ondergang is niet aanstaande.’

Op weer een andere 'Avond met Arnon Grunberg' filosofeert hij over kunstmatige intelligentie: 'AI zal de ultieme goeroe blijken te zijn, beter dan de mens.' Zelfs de curieuze vraag waarom er zoveel onderbroeken in zijn werk voorkomen komt voorbij: 'Een onderbroek is erger dan naakt zijn. Het verraadt zoveel over iemand.'

Leidt zijn 'diversifiëring' niet tot versnippering van aandacht. Of zoals Paul Sebes het formuleert: 'Ik ben weleens bang dat hij nu zoveel moet doen voor zijn levensonderhoud dat het uiteindelijk ten koste gaat van de roman.'

Geen sprake van, stelt Grunberg: 'Voor een roman maak ik altijd tijd vrij. Binnenkort begin ik weer aan een nieuw boek. Ik begrijp Sebes' angst, maar die is onnodig. Daarvoor is de roman me te lief; hij staat bij mij als hoogste in de hiërarchie van het geschrevene.'

Van de Reijt ziet tot zijn ergernis een ander gevaar: Grunberg-moeheid. 'Hij heeft alle prijzen gewonnen. Vaak meerdere keren. Zijn laatste roman De dood in Taormina was nergens genomineerd, terwijl hij met kop en schouders boven alle anderen uitstak.'

Mopperend: 'Vroeger had je de grote drie, nu is er slechts de grote één, en dat is Arnon Grunberg. Mensen worden kwaad als ik dat zeg, maar die zijn jaloers, hebben zijn werk niet gelezen en kunnen niet vergelijken. Ik wel.' Twee boeken in twee maanden

Arnon Grunberg publiceerde de afgelopen maanden twee boeken. Waarheidsliefde en biefstuk is een verzameling zeer uiteenlopende essays die hij de afgelopen 25 jaar heeft geschreven over de waarde van literatuur.

Deze week verscheen De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood. Het is een indringende reportage over de verschillende aspecten van het asielbeleid. Grunberg werkte mee met de IND in Ter Apel, sprak met gevluchte Russen in Georgië, reisde naar Oekraïne en bezocht een gesloten detentiekamp in Polen.

Wat heeft het boek hem geleerd? 'Ik laat de grijze zones zien. Ik heb begrip voor de vluchteling en voor de zorgen bij burgers. Maar migratie roept zoveel emoties op dat het redelijke gesprek bijna niet meer mogelijk is.'

Het boek verschijnt op het moment dat in heel Europa asielbeleid ter discussie staat. Waar zit volgens hem de oplossing? 'Ik begrijp waarom we na de oorlog het systeem hebben opgezet zoals het nu is, maar er moeten andere manieren komen waarop we migratie gaan reguleren. Er zitten te veel perverse prikkels in. Migratie is gewoon een markt. Je kunt allerlei dingen verbieden, maar als het verlangen groot genoeg is, komt er een zwarte markt. Kijk naar de drugshandel.'

Kwetsend taalgebruik

Uitgevers hanteren steeds strengere culturele ge- en verboden, zoals het inschakelen van sensitivity readers die erop toezien dat er geen kwetsende teksten in een boek terecht komen. Wat vindt Grunberg van deze ontwikkeling? 'Het idee dat een tekst niemand meer voor het hoofd mag stoten is een absurde aanname. Net zo absurd als dat in een collegeruimte één iemand kan bepalen waar de veiligheid begint. Ik heb nooit een sensitivity reader gehad, ik ben de baas over mijn tekst, maar ik ben niet blind. Ik weet in welke tijd ik leef. Het n-woord bijvoorbeeld heeft een geschiedenis. In 1972 kon je het woord nog gebruiken en was echt niet Iedereen die het opschreef een racist. Dat is nu geheel anders.'

De volgende stap is wat culturele toe-eigening is gaan heten: het ongepast overnemen van kenmerken uit een cultuur of identiteit waar je niet toe behoort. Zou Grunberg het bijvoorbeeld nog aandurven een zwarte vrouw als hoofdpersoon te kiezen? Aarzelend: 'Ik vind mezelf geen lafaard en ook geen held. Ik denk niet dat het me in dank zou worden afgenomen. Ik heb ook niet het verlangen om het te doen. Alleen als provocatie vind ik het niet interessant genoeg.'

Is het geen teken aan de wand dat we überhaupt het onderwerp bespreken? 'Het is geen vooruitgang als een witte man alleen nog over witte mannen mag schrijven, of een zwarte vrouw over zwarte vrouwen.'

Er volgt een typische Grunberg-vergelijking waar WO II nooit ver weg is: de obsessieve nadruk op identiteit doet hem denken aan de geschiedenis van zijn ouders en voorouders. 'Het is een soort verheerlijking van het getto dat de literatuur in wordt gesleept. Ik dacht dat we dat achter ons hadden gelaten en volwaardig deel uitmaken van de maatschappij.'